Blogs

Beloofd is beloofd: hoe bindend zijn aanbod en aanvaarding op online marktplaatsen?

Binnen het recht geldt het uitgangspunt van pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen. Maar is tegenwoordig wel duidelijk sprake van een overeenkomst op bepaalde platforms? Of zijn de aanvullende voorwaarden die het totstandkomen van overeenkomsten regelen wel van toepassing? Tegenwoordig zijn er legio internetplatforms waar gebruikers tweedehands producten kunnen aanbieden en verkopen. Enkele bekende websites zijn Ebay, Marktplaats en Tweakers. Maar ook via Bol.com is het bijvoorbeeld mogelijk om studieboeken tweedehands aan te bieden. Ook bestaan er apps om producten tweedehands aan te bieden. Denk aan de app Vinted waar kleding verkocht en gekocht kan worden. Hoe zit het op die platforms met het ontstaan van (koop)overeenkomsten? Wanneer is er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen? Wanneer is er aanbod en aanvaarding?

Ik benoem eerst kort de voorwaarden voor het tot stand komen van een overeenkomst. Ik bespreek ook enkele punten bij het doen van een aanbod en de wijze van contracteren. Daarna passeert het leerstuk van algemene voorwaarden met betrekking tot contracteren op online marktplaatsen de revue. Ik wens je veel leesplezier!

De totstandkoming van een overeenkomst 
Voor het totstandkomen van een overeenkomst schrijft art. 6:217 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) voor dat een aanbod en een aanvaarding van dat aanbod is vereist. Daarnaast is ook wilsovereenstemming ex art 3:33 BW vereist. Een rechtshandeling, zoals een aanbod of een aanvaarding, vereist een op het rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Ontbreekt de wil, dan is er geen overeenkomst tot stand gekomen. Wel biedt art. 3:35 BW een uitzondering. Indien iemand op basis van iemands verklaringen of gedragingen iets opvatte en dit mocht opvatting als een verklaring met een bepaalde strekking, wordt hij beschermd en komt er wel een overeenkomst tot stand. Om het voorgaande iets te verduidelijken, neem ik een voorbeeld uit de praktijk.

Otto is verkoper van elektronica en andere zaken (bedrijfsmatig). Op de website van Otto is een LCD-televisie te koop voor 99,90 euro. Dit is echter een menselijke invoerfout; het bedrag had tussen de 700 en 1300 euro moeten zijn. In korte tijd bestellen veel consumenten een LCD-televisie bij Otto. In drie dagen tijd zijn maar liefst duizenden toestellen besteld. 1 Otto voert verweer en stelt dat er sprake is van een invoerfout en dat de prijs van 99,90, en later zelfs 90 euro, niet bedoeld is. 2 De Stichting, namens consumenten, stelt dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Het Hof ziet zich gebogen voor de vraag of er inderdaad een rechtsgeldige koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen Otto en de consumenten. Het hof begint met het noemen van de hoofdregel: een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding ex art. 6:217 BW. Daarnaast is wilsovereenstemming bedoeld ex art. 3:33 BW vereist. 3 Het hof vangt inhoudelijk aan met de stelling dat Otto voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de prijs van 99 euro niet bedoeld is. Het hof voegt hieraan toe er dan geen sprake is van een rechtshandeling, dus ook geen aanbod. 4 De Stichting beroept zich subsidiair op gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in art. 3:35 BW. Het hof oordeelt als volgt. Allereerst merkt het hof op dat ondanks het ontbreken van de wil, Otto alsnog gebonden kan zijn aan haar verklaring ingeval van gerechtvaardigd vertrouwen bij consumenten. Het hof doelt dus op art. 3:35 BW. Dan rijst de vraag wanneer sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen bij consumenten. Het hof neemt daarbij als uitgangspunt de gemiddelde consument en het principe van goede trouw ex art. 3:11 BW. 5Meer specifiek: de gemiddeld geïnformeerde consument. Het hof acht dat een gemiddelde consument die een LCD-televisie gaat kopen, zich inleest en toestellen (inclusief prijzen) vergelijkt en onderzoek doet. Het hof vindt, in het verlengde hiervan, dat de consument twijfel had moeten hebben bij het zien van de televisie op de website, gezien de aanzienlijk lage prijs in combinatie met het feit dat het toestel luxeus en nieuw is. 6 Bij twijfel zou de consument nader onderzoek moeten verrichten in het kader van art. 3:11 BW. Het hof eindigt met de conclusie dat de gemiddelde consument had moeten weten dat er sprake is van een vergissing. Het hof verwerpt dus het beroep van de Stichting op art. 3:35 BW. Otto is alsnog niet gebonden aan de verminkte verklaring. Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen.

Kort samengevat betekent dit het volgende. In beginsel komt een overeenkomst tot stand door aanbod, aanvaarding en wilsovereenstemming. In casu was er een aanbod van 99 euro. Echter, dit is een vergissing. Er is dan geen wilsovereenstemming, hetgeen vereist is voor een rechtshandeling, zoals een aanbod. Dit betekent dat er geen aanbod is omdat er geen rechtshandeling is. Echter, ondanks wilsontbreken kan Otto gebonden zijn aan haar verklaring ingeval van een geslaagd beroep op gerechtvaardigd vertrouwen door de wederpartij. Als dat beroep slaagt, is er wel een koopovereenkomst tot stand gekomen. Slaagt het beroep – zoals in casu – niet, dan is er alsnog geen rechtsgeldige koopovereenkomst tot stand gekomen.

Wijze van contracteren
Voor website en platformen, zoals online marktplaatsen, schrijft Schaub dat het platform de wijze van contracteren kan bepalen, maar dat wel de basis van art. 6:217 BW geldt. 7 Zij voegt hieraan toe dat of er sprake is van aanbod en aanvaarding een kwestie is van uitleg en wat partijen over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten op basis van elkaar verklaringen en gedragingen. 8 Voor online marktplaatsen speelt de advertentie een belangrijke rol: hierin kan de aanbieder namelijk informatie zetten over bijvoorbeeld de gewenste prijs. Los van de algemene voorwaarden (waarover later meer) van het platform zou er dus een overeenkomst tot stand kunnen komen als twee partijen op een online marktplaats afspreken dat de een het product van de ander overneemt voor een bepaalde prijs.

Aanbod op een online marktplaats
Voor online platforms in het algemeen, en specifiek online marktplaatsen, gelden wederom de vereisten van aanbod en aanvaarding ex art. 6:217 BW en het vereiste van wilsovereenstemming in de zin van art. 3:33 BW. Naar mijn mening kan een laptop op de website van Coolblue, Mediamarkt of Bol.com worden gezien als een concreet aanbod, omdat in de omstandigheden van het geval erg duidelijk is welk product voor welke prijs gekocht kan worden, en dat het product ook daadwerkelijk tegen betaling wordt gekocht en geleverd. Een andere opvatting kan zijn dat dit gezien moet worden als een openbaar aanbod, gezien het ruime publiek dat de website kan bezoeken.

Specifiek voor online marktplaatsen is het interessant om het juridische begrip ‘aanbod’ onder de loep te nemen: wanneer is er nu sprake van een aanbod, en wanneer heeft iemand dit aanbod aanvaard? Of is er louter sprake van een uitnodiging tot onderhandelen? Als voorbeeld noem ik de website Marktplaats. Een gebruiker zet zijn Iphone 12 op Marktplaats middels een advertentie. Het lijkt mij erg aannemelijk dat er sprake kan zijn van een openbaar aanbod dan wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod. De gebruikers gaan immers met elkaar in gesprek over het product en de prijs en de wijze van levering. Of zo een advertentie een juridisch aanbod is of een uitnodiging tot het doen van een aanbod of onderhandelen, is afhankelijk van de bewoordingen van de website en de omstandigheden van het geval. 9 Over aanbod en aanvaarding zijn verschillende opvattingen mogelijk. De literatuur is dan ook verdeeld. Hetgeen Schaub schrijft, zoals ik eerder benoemde, sluit aan bij de parlementaire geschiedenis, namelijk dat het ook neerkomt op wat partijen over en weer mochten verwachten op basis van elkaars verklaringen en gedragingen. Van Esch benoemt dan ook een internetmarktplaats als voorbeeld van een platform waarbij er sprake is van een uitnodiging tot het doen van een aanbod.10 Martius maakt een onderscheid tussen een online advertentie met winkelomgeving en een online advertentie zonder winkelomgeving. Over die eerste vorm stelt hij dat deze soort advertentie moet worden opgevat als een openbaar aanbod dan wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod, gezien de gelijkenis met een offline advertentie. 11 Bijvoorbeeld in een folder dus.
Kortom, het is erg aannemelijk dat een advertentie op Marktplaats gezien wordt als een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Wanneer dit aanbod dan precies aanvaard is zal denk ik ook uit gedragingen en verklaringen moeten blijken. Naast de moeilijkheid van de kwalificatie van aanbod en aanvaarding zijn ook de algemene voorwaarden, met name bij consumenten, een complicerende factor.

Algemene voorwaarden: inleiding 
Op veel internetplatformen waar dingen onderhands verkocht en gekocht kunnen worden, dus waarbij sprake is van een Business to Consumer (B2C) verhouding, zijn algemene voorwaarden van toepassing. Deze algemene voorwaarden bevatten veelal bepalingen over de wijze van totstandkomen van de overeenkomst of over het doen van een aanbod of aanvaarding. Ik zal kort ingaan op het leerstuk van algemene voorwaarden en dan enkele voorbeelden noemen.

Algemene voorwaarden zijn geregeld in art. 6:231 e.v. BW. Onder algemene voorwaarden wordt volgens art. 6:231 sub a verstaan ‘’een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomst te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.’’ Met de uitzondering doelt de wet op kernbedingen. Hierbij valt te denken aan de bepaling dat A zijn fiets in eigendom overdraagt aan B en levert en dat B aan A een koopsom van 300 euro zal betalen. De bepaling dat A de fiets in eigendom overdraagt en levert is een kernbeding naar mijn mening, net zoals de bepaling dat B zal betalen. Zonder deze bedingen is immers de kern van de overeenkomst niet duidelijk. Als het beding inzake eigendomsoverdracht er niet is, had immers sprake kunnen zijn van huur of bruikleen. Belangrijk voor de kwalificatie van algemene voorwaarden is verder dat het moet gaan om een of meer bedingen die in meerdere overeenkomsten worden opgenomen. Het karakter van algemene voorwaarden blijkt hier sterk: naast bijvoorbeeld een huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing met meer algemene bepalingen. In mijn huurovereenkomst staat bijvoorbeeld niet veel geregeld over aansprakelijkheid en onderhoud, maar in de algemene voorwaarden wel. In de algemene voorwaarden staat bijvoorbeeld dat mijn verhuurder niet aansprakelijk is voor schade door politie-inval. Zulke exoneratiebedingen zijn naar mijn mening een terecht onderdeel van de algemene voorwaarden, gezien het karakter: de algemene voorwaarden beogen meerdere overeenkomsten te begeleiden. Daarnaast, vanuit het economische perspectief van de verhuurder, zou het onwenselijk zijn zulke schade te moeten vergoeden. Een nieuwe deur is niet goedkoop en in Selwerd is criminaliteit, evenals politie-bezoekjes, schering en inslag. In de algemene voorwaarden van online platforms zijn ook exoneratiebedingen te vinden, over bijvoorbeeld de uptime van websites. Dit is naar aard een ander beding, maar wederom past de exoneratie wel bij het karakter van algemene voorwaarden. De algemene voorwaarden zijn naast de onderliggende overeenkomst van toepassing.

Interessant om te benoemen is dat een wederpartij is gebonden is aan de algemene voorwaarden, ook al heeft zij daarvan geen kennis genomen, zo volgt uit art. 6:232 BW. Wel moeten de algemene voorwaarden op een juiste wijze ter hand zijn gesteld of beschikbaar gemaakt zodat de wederpartij deze kan lezen (art. 6:233 sub b jo. 6:234 BW). Zijn de algemene voorwaarden niet op de juiste voorgeschreven wijze ter hand gesteld of beschikbaar gemaakt, dan zijn deze niet van toepassing. Dan is bijvoorbeeld, om weer terug te keren naar het prachtige Selwerd, het exoneratiebeding dat mijn verhuurder niet aansprakelijk is voor schade als gevolg van politiebezoekjes, niet van toepassing. De doorgewinterde wietkweker die betrapt wordt kan dan bij Lefier aankloppen (haha) voor een nieuwe deur. Of het nog volgende voorbeeld van Marktplaats, waar in de algemene voorwaarden de wijze van contracteren is verzwaard. Deze verzwaring zou dan niet van toepassing zijn. Maar als de voorwaarden beschikbaar zijn gemaakt en de wederpartij klikt op ‘’ik ga akkoord’’ zonder de voorwaarden te lezen, dan is zij alsnog gebonden.

De algemene voorwaarden moeten verstrekt worden volgens art. 6:234 BW. Lid 1 stelt dat de algemene voorwaarden rechtsgeldig zijn verstrekt indien zij ter hand zijn gesteld, via art. 6:230c zijn verstrekt (bij dienstverrichters), of, indien het voorgaande niet redelijkerwijs mogelijk is, als de algemene voorwaarden op verzoek worden toegezonden. Is de overeenkomst via elektronische weg gesloten, dan geldt lid 2. Lid 2 stelt dat aan art. 6:233 sub b BW is voldaan indien de algemene voorwaarden via elektronische wijze te beschikking worden gesteld op een zodanige wijze dat deze kunnen worden opgeslagen en toegankelijk zijn voor latere kennisneming, of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, via elektronische weg toezendbaar zijn. Gebeurt dit niet, dan zijn de bedingen alsnog vernietigbaar (6:234 lid 2 BW, tweede alinea). Over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden in de bedrijfssfeer ga ik niet in, vanwege de focus op consumenten.

Kan een gebruiker (degene die algemene voorwaarden hanteert) alles wat hij wil in de algemene voorwaarden zetten? Het antwoord is kort: nee. Het BW stelt inhoudelijke grenzen aan de algemene voorwaarden van gebruikers. Niet alles mag er in. Art. 6:233 sub a stelt dat een beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar is ‘’indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de bedingen tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.’’ Belangrijk is dat er een verschil bestaat tussen algemene voorwaarden in de B2C-verhouding en de Business to Business (B2B) verhouding. Hierover zal ik verder niet uitweiden, omdat ik mij richt op consumenten.

Voorbeelden van algemene voorwaarden van online marktplaatsen
Op Marktplaats bijvoorbeeld, stelt art. 5.1 van de algemene voorwaarden dat

‘’Tenzij in deze Gebruiksvoorwaarden anders is geregeld, is een bod op een product of dienst in een Advertentie niet bindend. Een Adverteerder is niet verplicht een dergelijk (redelijk) bod te accepteren. Indien een dergelijk bod door een Adverteerder wordt geaccepteerd, verplicht dit de bieder niet tot aankoop.’’

Dit wijkt af van het stelsel van art. 6:217 BW, waar een bindende overeenkomst tot stand komt door een aanbod en een aanvaarding van dat aanbod. De rechtbank Amsterdam heeft zich over deze voorwaarden eens moeten buigen. 12 Eiser is postzegelverzamelaar en heeft een advertentie op marktplaats geplaatst tot verkoop van een partij postzegels. Op 10 augustus 2018 biedt iemand (hierna: bieder) 6000 euro voor de partij postzegels. In een bericht zegt eiser dat hij akkoord gaat met het bod en vraagt hij wanneer bieder de partij kan ophalen. Hierna laat bieder aan eiser weten dat hij de postzegels toch liever niet wil kopen. Eiser spant Marktplaats voor het gerecht om de persoonsgegevens van bieder te achterhalen zodat hij een juridische procedure kan starten. Eiser is namelijk van mening dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen eiser en bieder. Daarnaast vordert eiser 6000 euro schadevergoeding. Over de verstrekking van persoonsgegevens zal ik niet ingaan. Marktplaats voert verweer en stelt dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter is het hiermee eens. Hij stelt dat uit art. 5.1 van de algemene voorwaarden van Marktplaats ‘’ondubbelzinnig’’ blijkt dat biedingen niet bindend zijn en dat een geaccepteerd bod geen verplichting tot koop oplevert. 13 Interessant is dat de kantonrechter daarna stelt dat Marktplaats de regels voor het contracteren mag bepalen, ‘’wat er ook zij van aanbod en aanvaarding’’. De afwijkende wijze van contracteren wijkt dus af van de opvatting van Schaub, namelijk dat het platform de wijze van contracteren kan bepalen, maar dat wel de basis van art. 6:217 BW geldt. 14 Ik vind dit onwenselijk, aangezien mensen op Marktplaats vaak via de Marktplaats-chat communiceren en verklaringen afgeven. Bijvoorbeeld ‘’Ik wil die telefoon wel kopen. Kan ik hem morgen ophalen? Ik betaal via een betaalverzoek’’. Dit is een duidelijke aanvaarding van het aanbod. Maar onder de algemene voorwaarden van Marktplaats niet. Het is erg vervelend voor de verkoper als hij op deze verklaring vertrouwt en de wederpartij zich ineens terugtrekt, zoals in casu.

Op Tweakers Vraag en Aanbod, een platform voor ook het verhandelen van producten, staat in art. 2 van de algemene voorwaarden het volgende: ‘’Een bod op een product of dienst is niet bindend. Een gebruiker is niet verplicht een (redelijk) bod te accepteren. Indien een bod door een gebruiker wordt geaccepteerd, verplicht dit de gebruiker niet tot aankoop.’’ Wederom is sprake van een afwijking van art. 6:217 BW. Net als bij Marktplaats vind ik dit onwenselijk vanwege de onzekerheid voor verkopers.

Het tegenovergestelde vindt plaats bij Vinted, een app voor verkoop en koop van tweedehands kleding. Hier is in de algemene voorwaarden aangesloten bij het stelsel van art. 6:217 BW. Art. 5.4 van de gebruiksvoorwaarden schrijft voor dat

‘’In het geval dat de Transactie een verkoop is, wordt de Geïntegreerde Betaal- en Verzenddienst automatisch aangeboden aan de Koper. Indien de Koper kiest voor de Geïntegreerde Betaal- en Verzenddienst, is een Kopersbeschermingsvergoeding verplicht van toepassing op de Transactie. Daarnaast aanvaardt de Koper het aanbod van Verkoper wanneer hij/zij klikt op “Betaal nu” op de betaalpagina. De Koper erkent dat zijn/haar aanvaarding van het aanbod is gedaan met inachtneming van de omschrijving van het Artikel, welke het voorwerp van de verkoop is. Zowel Koper als Verkoper erkennen dat: tussen Koper en Verkoper een juridisch bindende overeenkomst tot stand komt voor de koop van goederen “de Koopovereenkomst” en dat dit een vaste verbintenis van elke partij inhoudt bij deze overeenkomst tot uitvoering van de overeenkomst met de Verkoper onder de voorwaarden van het aanbod (…).’’

Hier wordt door de algemene voorwaarden bewerkstelligd dat er een juridisch bindende overeenkomst tot stand komt bij de aanvaarding van een aanbod, anders dan bij Tweakers Vraag en Aanbod en Marktplaats. Als de postzegel-zaak hier speelde – weliswaar dan met kleding – was de uitkomst anders geweest en had de rechter waarschijnlijk uit de gesprekken een aanbod en aanvaarding afgeleid. De ‘Vinted-leer’ heeft mijn voorkeur, gezien wat ik ook opmerkte bij de Postzegel-casus. Het is bijzonder onwenselijk als A een aanbod van B lijkt te aanvaarden en dit ook verklaart, maar zich toch terugtrekt. Dit brengt veel onzekerheid met zich mee voor de verkoper. Het voordeel van de ‘Postzegel-leer’ is daarentegen dat A niet snel vast zit aan een kennelijk gesloten overeenkomst. Wat is nu een aanvaarding in de omstandigheden van het geval. ‘’Ik wil de telefoon wel kopen’’ – is dit een aanvaarding? Naar mijn mening is dat nog geen duidelijke aanvaarding; misschien bedoelde A hiermee wel dat hij enkel geïnteresseerd is. Toch neigt mijn voorkeur naar de Vinted-leer.

Conclusie
Samengevat kan gezegd worden dat overeenkomsten ontstaan door aanbod en aanvaarding. Overeenkomsten zijn doorgaans vormvrij. Ook kan via internet worden gecontracteerd. Het platform kan daarbij de wijze van contracteren bepalen, waarbij het aankomt op de verklaringen en gedragingen die partijen over en weer overbrengen. Voor online marktplaatsen zal een advertentie snel worden gezien als openbaar aanbod of uitnodiging tot het doen van een aanbod of onderhandeling. De totstandkoming van overeenkomsten wordt verder op online marktplaatsen beïnvloed door de algemene voorwaarden.

Namens de redactiecommissie,
Bart Pastoor.

  1. Neppelenbroek 2019, p. 70.
  2. Hof Den Bosch 22 januari 2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:BC2420 (Stichting Post-Wanorder/Otto), r.o. 4.5.
  3. Hof Den Bosch 22 januari 2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:BC2420 (Stichting Post-Wanorder/Otto), r.o. 4.8.
  4. Hof Den Bosch 22 januari 2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:BC2420 (Stichting Post-Wanorder/Otto), r.o. 4.9 jo. 4.10.
  5. Hof Den Bosch 22 januari 2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:BC2420 (Stichting Post-Wanorder/Otto), r.o. 4.16 jo. 4.17.
  6. Hof Den Bosch 22 januari 2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:BC2420 (Stichting Post-Wanorder/Otto), r.o. 4.16 jo. 4.17.
  7. Schaub, Onlineplatformen (Mon. Pr. nr. 19) 2020, nr. 87.
  8. Zie voor de grondslag van deze argumentatie HR 13 maart 1981, NJ 1981/635 (Haviltex).
  9. Kamerstukken II 2001/02, 28 197, nr. 3.
  10. Blei Weissmann, in: GS Verbintenissenrecht, art. 6:217 BW, aant. 3.108.2; Van Esch 2007, p. 154.
  11. H.P.A.J. Martius, diss. Open Universiteit 2007, p. 73.
  12. Rb. Amsterdam 20 september 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7698.
  13. Rb. Amsterdam 20 september 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7698, r.o. 4.2.
  14. Rb. Amsterdam 20 september 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7698, r.o. 4.2.

To be a victim, or not to be a victim? The role of actio popularis in the protection of privacy
28nov

To be a victim, or not to be a victim? The role of actio popularis in the protection of privacy

  • Overig

To be personally affected by legislation or a policy before an individual can take action in front of a judicial body seems reasonable,...

What the hack? Give my data back!
02mei

What the hack? Give my data back!

Nog snel even langs de Appie voor wat geraspte kaas voor over de pasta? Wie dit een aantal weken geleden probeerde, kwam bedrogen uit....

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen